Klokkijken is een van de lastigste onderwerpen op de basisschool. Het is een abstract concept en er zijn twee systemen (analoog en digitaal) die door elkaar lopen.
Begin met Analoog
Start altijd met de gewone klok met wijzers. Begin met de hele uren, dan de halve uren, en daarna de kwartieren. Pas als dat goed zit, ga je naar de minuten.
De Digitale Klok
De digitale klok is vaak verwarrend omdat '13:00' hetzelfde is als '1 uur'. Leg uit dat de dag 24 uur heeft en dat we na 12 uur weer opnieuw beginnen met tellen (12 + 1 = 13).
Oefenen in het dagelijks leven
- "We gaan over 10 minuten eten, waar staat de grote wijzer dan?"
- "Hoe laat is het nu op de magnetron?"
- "Je mag tot half 5 gamen."
Door het vaak te benoemen, wordt het vanzelf normaal!